De landbouwdag in Opmeer is aan de lijst van Immaterieel Erfgoed in Nederland toegevoegd. Op het zogenaamde ‘netwerk’ is de jaarlijkse tentoonstelling die al van 1889 wordt gehouden, erkend als een Nederlandse traditie.

,,Het is echt mooi dat onze Landbouwshow Opmeer deze erkenning heeft gekregen”, aldus bestuurslid Co Schipper. ,,Het geeft ook aan dat het een traditie is geworden, die ondanks alles levend en actueel is gehouden.”
Het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed in heeft naast de Landbouwshow ook de Westfriese streektaal in het netwerk opgenomen, net als de Paasvee in Schagen of de Lappendag en kermis in Hoorn. Het zijn zaken die voor Nederland van historische en culturele waarde zijn.

De Landbouwdag werd ooit opgericht om de kennis en het vakmanschap in de agrarische sector te bevorderen. Iedereen kon op de eerste maandag in augustus te laten zien wat er in eigen stal aan verbetering werd gedaan, of welke teeltmethodes een echte verbetering beloofden.
Na de oorlog veranderde het karakter. De landbouwdag had niet langer een zuiver agrarische betekenis: het werd ook meer en meer een dagje uit voor het hele gezin. Zo krijgt de paardensport nog steeds veel aandacht, maar is de ‘aaibaarheid’ van kleindieren voor veel jonge gezinnen de reden om naar het terrein op De Weyver te komen. Rondom het bestuur zijn zeker 80 vrijwilligers actief, die ervoor zorgen dat alles op rolletjes verloopt.
,,Voor ons is het belangrijk dat onze dag in zekere zin ook als cultureel erfgoed wordt gezien”, stelt voorzitter Wim Staal. ,,Wij zeggen ook altijd: wat goed is, houdt het lang vol. Deze zomer wordt de 110e keer dat de show wordt gehouden. Het gaat niet alleen om de tradities van de veefokkerij, de keuringen of de paardensport. We zijn ook altijd met onze tijd meegegaan. ,,In deze sector is nog steeds een grote trots op wat er in eigen gelederen gebeurt, en wat we aan een breed publiek kunnen laten zien.”

Bron: Noordhollands Dagblad. Tekst: Martin Menger Foto: Geert Bouius